Programmabegroting 2021
portal

Paragrafen

Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing

Een risico is een kans op het optreden van een gebeurtenis met een bepaald (veelal negatief) gevolg. Tot de risico’s behoren alle onzekerheden van materiële betekenis welke mogelijk impact hebben op onze organisatie.

Het is van belang om inzicht te verschaffen in de risico’s die de organisatie loopt. Niet financiële risico’s worden onderkend, maar ook zeker de risico’s op het terrein van milieu, letsel/veiligheid, imago, organisatorische en juridische aspecten. De geïdentificeerde risico’s zijn in een risicotabel opgenomen om eenduidige vastlegging te borgen. Deze risicotabel wordt jaarlijks geactualiseerd en in de begroting en jaarrekening verwerkt in de paragraaf weerstandsvermogen.
De gemeentelijke risico’s zijn in te delen in twee hoofdgroepen:

  1. Risico's afkomstig buiten de eigen organisatie, macro-economisch gebonden risico’s (exogene risico’s);
  2. Risico's binnen de eigen organisatie, organisatiegebonden risico’s (endogene risico’s).

Daarnaast maken we onderscheid in risico's met een structureel gevolg en risico's met een incidenteel gevolg.

Risicokaart

In onderstaande risicokaart zijn de risico’s opgenomen, onderverdeeld naar kans en impact, waaruit de risicoscore wordt bepaald op basis van kans-score x impact-score. Het aantal risico’s is in onderstaande tabel vermeld:

IMPACT (in euro's)

< 25.000

25.000 tot 49.999

50.000 tot 99.999

100.000 tot 499.999

> 500.000

Score 1

Score 2

Score 3

Score 4

Score 5

KANS

Zeer groot (81-100%)

Score 5

Groot (61-80%)

2

2

2

Score 4

Gemiddeld (41-60%)

1

1

1

1

Score 3

Klein (21-40%)

1

2

1

1

Score 2

Zeer klein (1-20%)

3

3

5

1

3

Score 1

Leeswijzer: het getal 3 rechtsonder  op de kaart geeft aan dat er drie risico’s zijn geformuleerd met impact-score 5 en kans-score 1. Deze drie risico’s hebben een risicoscore van 5 x 1 = 5.

Risicotabel met scores en toelichting

In onderstaand schema zijn de risico’s inclusief risicoscore vermeld. De gewijzigde risico’s en risico’s met een hoge risicoscore (8 en hoger) worden nader toegelicht:

Omschrijving risico's:

Prog

Verwachte kans

Verwachte impact

Incidenteel of structureel

Risicoscore

Exogene risico's:

Uitkeringen van het Rijk

0

80

1.500.000

Structureel

20

Transities Sociaal Domein

6

80

1.400.000

Structureel

20

Minder inkomsten uit dividenden

0

80

385.000

Structureel

16

Exploitatietekort Wsw IMpact

6

80

150.000

Structureel

12

SPUK

5

70

80.000

Incidenteel

12

Bodemsaneringen

7

20

500.000

Incidenteel

5

Leerlingenvervoer

4

40

50.000

Structureel

4

Bijstand zelfstandigen

6

50

30.000

Structureel

3

Inkomensdeel Participatiewet

6

20

100.000

Structureel

3

Renteontwikkelingen

0

10

50.000

Structureel

2

Totaal exogene risico's

4.245.000

Endogene risico's:

Leges omgevingsvergunning agv invoering Omgevingswet

8

70

300.000

Structureel

16

Bijdrage aan negatief resultaat grondexploitaties

8

50

4.000.000

Incidenteel

15

Personeel, krapte arbeidsmarkt

0

50

300.000

Structureel

12

Kosten ICT

0

50

100.000

Structureel

9

Personeel (politiek verlof c.q. detachering/terugkeergarantie)

0

40

200.000

Structureel

6

Garantstellingen OFW (WSW)

8

1

1.060.000

Incidenteel

5

Garantstelling HVC

7

10

1.050.000

Incidenteel

5

Aansprakelijkheidsclaim

0

10

250.000

Incidenteel

4

Procedures subsidies

5

40

50.000

Incidenteel

4

Toereikendheid VZ Afvalstoffenheffing

7

25

250.000

Incidenteel

6

Garantstelling IMpact

6

10

240.000

Incidenteel

3

Overige garantstellingen

0

5

110.000

Incidenteel

3

Gladheidbestrijding

2

20

100.000

Incidenteel

3

Europese aanbestedingen

0

10

150.000

Incidenteel

3

Minimabeleid

6

10

50.000

Structureel

2

Gebruik accommodaties

0

5

50.000

Incidenteel

2

Schade vandalisme

0

40

30.000

Incidenteel

2

Lagere inkomsten begraafplaats

7

20

30.000

Structureel

1

Re-integratieprocedure personeel

0

5

40.000

Incidenteel

1

Kosten bestuursdwang

0

10

15.000

Incidenteel

1

Totaal endogene risico's

8.375.000

Totaal aan risico's

12.620.000

   * Risico’s van grondexploitaties worden apart berekend in de perspectiefnota.

Toelichting omvangrijkste risico’s

Risico’s Sociaal Domein
Het financiële risico Sociaal Domein (SD) is dat de taken niet binnen het vastgestelde financiële scenario kunnen worden uitgevoerd.
De Begroting 2020 bevat een stevige ambitie voor wat de financiële kaders betreft. We staan voor deze opgave en nemen de afgesproken maatregelen. Desondanks blijft de uitvoering van taken in het SD het karakter houden van een openeinde. Een toe- of afnemende zorgvraag vanuit de samenleving, de praktische haalbaarheid of effectiviteit van bedachte activiteiten en maatregelen en/of de ontwikkelingen van inkomsten maakt dat er te allen tijde een risico is op overschrijding van het budget.
Voor de komende jaren is met de vaststelling van de kadernota en begroting 2019 het budget voor het SD vastgesteld. Om te komen tot een sluitende begroting SD is gekozen voor scenario 2 uit het rapport van Berenschot. Scenario 2 houdt de voortzetting en aanscherping van de maatregelen in, 20 maatregelen (uit rapport Berenschot en meegenomen in de aangenomen Strategie SD) die moeten leiden tot een besparing op de kosten. Voor 2020 is de incidentele inbreng vanuit de algemene middelen om deze maatregelen uit te voeren vastgesteld op € 1,9 miljoen. Voor 2019 zijn de kosten voor het sociaal domein binnen de financiële kaders van Berenschot gebleven.

Risico’s Wmo

Toelichting

  • Het aantal inwoners dat een beroep doet op de Wmo neemt toe vanwege de vergrijzing;
  • De wijziging van nieuwe wetgeving over de eigen bijdragen (invoering abonnementstarief op 1 januari 2020) heeft een aanzuigende werking op het aantal inwoners dat een beroep doet op de Wmo en door het abonnementstarief wordt er minder eigen bijdrage geïnd;
  • Doordat de tarieven duurder geworden zijn i.v.m. gemaakte CAO afspraken zal de impact van de aanzuigende werking versterkt worden;
  • Bij de keuzes die in het dossier hulpmiddelen gemaakt worden staat het belang van de inwoner voorop. Door de ondermaatse service, en later het faillissement van Hulpmiddelen Centrum (HMC) is de gemeente geconfronteerd met een situatie waarin hogere kosten onvermijdelijk zijn. Er is reeds bekend dat de tarieven van HMC niet realistisch zijn gebleken en er bij Welzorg hogere tarieven worden gehanteerd. Voor deze te overbruggen periode tot de nieuwe aanbesteding zullen hogere kosten gemaakt worden. Het uitstaande hulpmiddelenbestand wordt door Welzorg overgenomen (overeenkomst d.d. 8 september 2020). Door deze wijziging en doordat we nog geen uitsluitsel van de curator hebben of boetes richting HMC in rekening gebracht kunnen worden is het nog niet met zekerheid te zeggen wat de kosten zijn.
  • In 2021 start het nieuwe contract hulpmiddelen. Om het risico te spreiden, is de insteek om minimaal twee aanbieders te contracteren, echter is er een beperkt aantal aanbieders die deze dienst levert. Daarnaast zal er opnieuw een kostprijs onderzoek moeten plaatsvinden vanwege de AMvB reële prijs, waardoor de prijzen hoger kunnen uitvallen.

Beheersmaatregel

Om bovenstaande risico’s te beperken zijn de volgende maatregelen getroffen:

  • Door de eenduidige toegang en werkwijze werken we integraal, vraag- en resultaatgericht. Oplossingen zullen meer gevonden worden in het sociaal netwerk en algemene voorzieningen. We werken samen in het, waar nodig, opstellen van één plan van aanpak voor ondersteuning en zorg van inwoners;
  • In de aanbesteding Wmo zorg zijn afspraken gemaakt rondom resultaat gericht werken, de insteek hierbij is dat de resultaten houvast bieden en duidelijkheid scheppen rondom de duur van de zorg. Dit houdt in dat de zorg (waar mogelijk) eindig is of wordt afgeschaald. De verbinding met het de algemene voorzieningen door aanbieders wordt veel gestimuleerd door de gemeente;
  • In de aanbesteding wordt samengewerkt met NOP en Urk waardoor de aanbesteding interessanter wordt voor aanbieders om zich voor in te schrijven vanwege het volume.  

Hoe hoog is het risico dat het risico zich voordoet in 2021

Het effect van de vergrijzing, aanzuigende werking en tarief stijging n.a.v. CAO zien we in 2020 en de verwachting is dat dit doorzet naar 2021. We zien tevens dat op basis van de inzichten medio juni 2020 het tekort toeneemt tot ruim € 1.100.000. Hiermee ontstaat een risico van € 350.000 boven op de € 759.000 die in deze begroting reeds opgenomen is. Een informerende brief van het ministerie BZK voorafgaand aan de septembercirculaire 2020geeft aan dat via de monitor abonnementstarief bezien wordt of er ook sprake is van extra toestroom van cliënten. Eind 2020 komen de resultaten van dit onderzoek beschikbaar.  
De tarieven van de hulpmiddelen zullen stijgen omdat de oude tarieven niet realistisch zijn gebleken. Over het risico om twee contracten af te sluiten voor hulpmiddelen, valt in de huidige situatie nog niks te voorspellen.

Risico’s Jeugdwet

Toelichting

In 2019 was sprake van eenmalig voordeel waardoor scenario 2 van de besparingsopdracht ook op het onderdeel Jeugdwet nagenoeg gehaald is. Vanwege het eenmalige karakter daarvan is het extra moeilijk om de dit onderdeel van de besparingsopdracht voor 2020 en verder te realiseren. Zeker met inachtneming van de landelijke ontwikkeling dat het beroep op jeugdhulp blijft toenemen. Dit leidt tot een groter financieel risico op het Sociaal Domein. Bij de Jeugdwet is daarnaast ook sprake van het risico dat de uitvoering van beleid niet de tot de gewenste resultaten leidt, vooral door omstandigheden buiten onze invloedssfeer.

Onzekerheden zijn binnen de Jeugdwet:

  • Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) reële prijs jeugdzorg gaat in per 1 april 2021 De AMvB gaat gelden voor nieuwe contracten. Bestaande contracten hoeven niet te worden opengebroken;
  • De invoering van de aangepaste objectieve verdeelmodellen in het gemeentefonds is uitgesteld naar 1 januari 2022. Op dit moment vind onderzoek plaats of gemeenten voor de gestegen uitgaven voor jeugdhulp structureel gecompenseerd moeten worden. In recente kamerbrieven wordt de noodzaak hiertoe betwist;
  • Er is een wetsvoorstel verbetering beschikbaarheid zorg voor jeugdigen in voorbereiding. De essentie daarvan is dat gemeenten met andere gemeenten binnen en buiten haar regio samenwerken om te bewerkstelligen dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen vormen van jeugdhulp, alsmede kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering, steeds voldoende beschikbaar zijn;
  • De openeinderegeling van de wet wordt hiermee verder versterkt;
  • Naast de ophoging van de leeftijd voor pleegzorg, is eind 2019 ook de leeftijd voor gezinshuizen opgehoogd tot 21 jaar.

Beheersmaatregel bezuinigingsopdracht

Om de risico's rond de bezuinigingsopdracht in te perken, doen we het volgende:

  • Samen met de toegang zijn we actief om de instroom, doorstroom en uitstroom meer in balans te krijgen en in te zetten op de zelfredzaamheid van onze inwoners;
  • Naast de omgekeerde verordening, stellen we nieuwe nadere regels op waarbij grenzen gesteld worden aan de reikwijdte van de jeugdhulp in Dronten;
  • In de nieuwe contractperiode zijn we gestart met een resultaatgerichte aanpak. Op termijn verwachten we ook hier een besparing mee te bereiken;
  • De verbeteringen in de monitoring, zal ons meer informatie opleveren om tijdig te sturen op afwijkingen van de begroting en van de beleidsdoelen.

Beheersmaatregel rijksbeleid

  • We kunnen de huidige inkoop tot en met 2022 laten doorlopen. Voor ons zou dit betekenen dat de AMvB geen invloed heeft op onze huidige inkoop, maar wel op de aanbesteding en de nieuwe contracten vanaf 2023;
  • De regio Flevoland is aangemeld voor deelname aan het onderzoek naar benodigde structurele middelen voor jeugdhulp;
  • De regio zal in de reactie op de internetconsultatie voor de nieuwe wet aandacht vragen voor de relatie tussen voldoende beschikbare zorg en de daarvoor beschikbare middelen. De regionale samenwerking wordt op grond van de nieuwe wet versterkt (zorgvormen worden opgenomen in een AMvB) en uitgewerkt in een regiovisie (bij wet vastgelegd). Regionaal werken we aan een plan van aanpak voor de uitwerking van de regiovisie;
  • Afgesproken is dat het Rijk financiële middelen voor de leeftijdsverhoging naar 21 jaar toevoegt aan het gemeentefonds, dat gemeenten zorg dragen voor de uitvoering van de afspraak en dat partijen na twee jaar gezamenlijk het effect van de afspraak onderzoeken. Dit staat gepland in 2021.

Hoe hoog is het risico dat het risico zich voordoet in 2021

Het risico dat de besparingsopdracht op het onderdeel Jeugdwet in 2020 en 2021 niet wordt gehaald is hoog gezien de beperkte daling van de instroom. Hoewel Dronten in 2019 een lager beroep op jeugdhulp had dan het landelijke gemiddelde, heeft dit nog niet voldoende geleid tot de gewenste lagere uitgaven.
De beïnvloedbaarheid van de gevolgen van het rijksbeleid is laag, het risico dat de maatregelen leiden tot hogere uitgaven is daarom hoog.

Risico Participatiewet (inkomensdeel)

Toelichting

Gemeenten ontvangen van het Rijk een gebundelde uitkering (BUIG) voor het bekostigen van de uitkeringen in het kader van de Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 (levensonderhoud startende ondernemers) en voor de inzet van loonkostensubsidie.

Het Rijk stelt jaarlijks een macrobudget vast dat volgens een vaste verdeelsystematiek onder de gemeenten wordt verdeeld. Met ingang van 2019 is het verdeelmodel uitgebreid. Dit model is gebaseerd op de ontvangst van de uitkering (volumecomponent) en de hoogte van de uitkering (prijscomponent). Het verdeelmodel is hiermee uitontwikkeld, wel blijft onderhoud noodzakelijk.

Vanaf 2017 is de uitstroom hoger dan de instroom. Deze lijn heeft zich ook doorgezet in 2019. In het eerste halfjaar 2020 is het aantal inwoners dat een beroep doet op een bijstandsuitkering stabiel gebleven. Dit is mede een gevolg van corona, bedrijven waren huiverig om nieuw personeel aan te trekken.
Wij verwachten dat het aantal inwoners dat een beroep doet op een bijstandsuitkering vanaf september 2020 zal gaan stijgen. Inwoners die gedurende de coronaperiode in de WW zijn gekomen en een kortlopende WW ontvangen, stromen rond deze periode uit vanuit de WW en kunnen dan een beroep gaan doen op een bijstandsuitkering.

Beheersmaatregel

Om bovenstaande risico’s te beperken zijn de onderstaande maatregelen getroffen:

  • In de uitvoering zetten we optimaal in op de poortwachtersfunctie, arbeidsbemiddeling en handhaving om instroom te beperken en uitstroom te bevorderen en daarmee de uitgaven op het inkomensdeel te beperken;
  • Samen met het UWV wordt gestart met een preventietraject. Dit traject is gericht op werkzoekenden die zich aan het einde van de WW periode bevinden (laatste 3 maanden). Gezamenlijk met het UWV worden werkzoekenden in workshopsessies gecoacht en bemiddeld naar werk om zo de instroom in de Participatiewet te beperken/voorkomen. Dit is één van de trajecten die genoemd is in het themaplan Participatie;
  • Op dit moment verwachten wij dat het budget voldoende is om de kosten voor de bijstandsuitkeringen te dekken. Dit is wel afhankelijk van het definitieve budget wat in september wordt vastgesteld door het Rijk;
  • Tekorten tot en met 7,5% moeten binnen de eigen begroting opgelost worden. Voor tekorten vanaf 7,5% is een Rijksbijdrage mogelijk, indien men aan de voorwaarden voldoet;
  • In 2013 is de bestemmingsreserve Inkomensdeel ingesteld. Voor incidentele overschrijdingen (w.o. een crisissituatie) wordt deze bestemmingsreserve ingezet. De reserve is gemaximaliseerd op € 1,5 miljoen. Deze stand is in 2018 bereikt.

Hoe hoog is het risico dat het risico zich voordoet in 2021

Door corona verwachten wij een toename van het aantal inwoners dat een beroep doet op een bijstandsuitkering en daarmee een stijging van de uitgaven. Wij gaan er vanuit dat het ministerie van SZW tot een passende oplossing komt die aansluit bij deze ontwikkelingen. Wij blijven daarom de kans als laag inschatten en handhaven de impact op € 100.000.

Risico op bijdrage in exploitatietekort werkvoorzieningschap Impact

Toelichting

Voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) heeft de gemeente Dronten samen met de gemeente Kampen het Werkvoorzieningschap Kampen en Dronten opgericht. Het werkvoorzieningschap heeft Stichting Impact aangewezen als de feitelijke uitvoerder van de Wsw.
Daarnaast richt Impact zich o.a. op de brede doelgroep uit de Participatiewet en Wajongers.

De deelnemende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling dragen naar rato bij aan een eventueel exploitatietekort. Dronten draagt 25% van de tekorten van Impact. Meerjarig (2021-2024) loopt het begrote tekort op de Wsw op naar 1,277 miljoen, waardoor het risico op een bijdrage voor Dronten oploopt tot € 319.250. Daarnaast staat de gemeente vanaf 2011 garant voor geldleningen van Impact bij de BNG. Voor die garantstelling heeft Dronten een 1e hypotheek gevestigd op de bedrijfslocatie van Impact in Dronten. Dit risico is onder garantstellingen opgenomen.

Ook Impact heeft te maken gekregen met de gevolgen van corona. Tegenvallende opbrengsten uit detacheringen en trajecten en een verlaging van de bezettingsgraad van het uitvoerend personeel (verhoging ziekteverzuim).

Beheersmaatregel

  • Impact heeft in 2017 een nieuw Ondernemingsplan opgesteld in 2017 voor de jaren 2018 – 2021. In dit plan stelt Impact een scenario ‘Lokaal investeren’ voor. Hierin ligt de koers voor de toekomst waarmee antwoord gegeven wordt op de toegevoegde waarde en de betaalbaarheid. De gemeenten volgen en beoordelen de ontwikkelingen bij Impact aan de hand van maandrapportages.
  • In de kadernota 2019 is voorgesteld om voor de meerjarenbegroting Dronten rekening te houden met een jaarlijkse bijdrage in het exploitatietekort van € 160.000 (conform de eindafrekening 2017). Het verschil met de meerjarenbegroting 2021-2024 van Impact (gemiddeld € 160.000) is in de programmabegroting 2021 als risico opgenomen.
  • Om de tegenvallende opbrengsten te beperken, stimuleert Impact het door laten lopen van de trajecten. Wanneer dat gebeurt, garandeert Impact een veilige werkomgeving.
  • Voor SW-bedrijven is een aparte compensatieregeling opgesteld voor het mislopen van omzet in de maanden maart tot en met mei 2020.

Hoe hoog is het risico dat het risico zich voordoet in 2021

In de kadernota 2019 is rekening gehouden met een structureel exploitatietekort van € 160.000. Het gemiddelde verschil met de meerjarenbegroting 2021-2024 van Impact van ongeveer € 160.000 is als risico opgenomen.

Risico Uitkeringen van het Rijk

Toelichting

De Algemene Uitkering gemeentefonds is afhankelijk van de Rijksuitgaven (samen de trap op en samen de trap af) en van wijzigingen in het verdeelmodel van de Algemene Uitkering. Forse kortingen kunnen leiden tot een meerjarig niet sluitende begroting. Het Rijk gaat de verdeelsystematiek van de Algemene Uitkering herzien. Dit zal naar verwachting tot uiting komen bij de September- of Decembercirculaire 2021. Een wijziging in de verdeelsystematiek valt, naar alle waarschijnlijkheid, nadelig uit voor de gemeente Dronten. Het is ook mogelijk dat het landelijke hoogte van het BTW-compensatiefonds ontoereikend is, en dat er in de nabije toekomst sprake blijkt te zijn van een korting op de Algemene Uitkering als gevolg van een overschrijding in het BTW-compensatiefonds. Tot slot is er nog geen definitieve hoogte bepaald voor de extra middelen Jeugd voor de jaren 2022 en 2023. Ook dit vormt een risico.

Beheersmaatregel

De geraamde ruimte onder het BCF-plafond is conform de richtlijn van de provincie naar beneden bijgesteld.  Verder worden de afspraken tussen de VNG en het Rijk goed gemonitord om tijdig een inschatting te kunnen maken van de onzekerheid met betrekking tot de Algemene Uitkering.

Risico Minder inkomsten uit dividenden

Toelichting

De dividenduitkeringen die de gemeente Dronten ontvangt van Vitens en Alliander staan onder druk. Beide partijen mogen van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) slechts beperkt winst maken gezien hun publieke taak en monopolistische positie. Tevens krijgt Alliander te maken met hogere doorberekende tarieven vanuit TenneT.

Beheersmaatregel

Monitoren van de ontwikkelingen.

Risico grondexploitatie: risico op tekorten voor algemene dienst

Toelichting

Wanneer tekorten en afwaarderingen in de grondexploitatie niet binnen de algemene
reserves van de grondexploitatie kunnen worden opgevangen, dient vanuit de algemene
reserve een aanvulling plaats te vinden op de algemene reserve Grondexploitatie. De woningmarkt vertoont herstel. Dit is ook verwerkt in het woningbouwprogramma dat in juni 2016 is vastgesteld (Woonvisie 2016-2021). Bij de uitgifte van de bedrijventerreinen, zien we de effecten van het huidige economisch herstel terug in de verkoop van bedrijfskavels. De gewijzigde voorschriften van de BBV en de daaruit volgende noodzakelijke beheermaatregelen voor complexen met een looptijd langer dan 10 jaar vormen een aanzienlijk risico. Ook de gevolgen van de invoering van de Wet op de
Vennootschapsbelasting (VpB) hebben een effect op de geprognosticeerde resultaten. Met de belastingdienst is in 2019 een Vaststellingsovereenkomst afgesloten waarin de uitgangspunten en methode voor de aangiften VpB zijn opgenomen. Bij het opstellen van de jaarrekening en de perspectiefnota zijn deze effecten financieel verwerkt. In 2017 zijn de regels op tussentijdse winstneming aangepast. Met als uitgangspunt het realisatiebeginsel van de POC-methode (Percentage of completion).

Beheersmaatregel

Grondexploitaties worden bij de Jaarstukken geactualiseerd
en er wordt strak gemonitord op de voortgang en financiële stand van zaken. Indien
tussentijds substantiële wijzigingen voordoen, worden deze indien nodig aan de
gemeenteraad voorgelegd ter besluitvorming. Woningbouwprognoses worden periodiek
bijgesteld met als uitgangspunt een woningbouwprogramma van 250 woningen per jaar zoals benoemd in de Woonvisie.
In november 2016 is een nieuwe nota grondbeleid aan de raad aangeboden waarin de wijzigingen BBV en VpB zijn verwerkt en zijn door de raad beheersmaatregelen vastgesteld om de risico's af te dekken. De stand van de reserve Grondexploitatie per 1-1-2019 is nihil.

Risico leges omgevingsvergunningen a.g.v. invoering Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging

Toelichting

Door het in werking treden van de nieuwe Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging per 01-01-2022 verandert er veel. Het principe van legesheffing verandert niet. Ook de wettelijke grondslag voor het heffen van leges verandert niet. Toch zijn er een aantal zaken die wel gaan veranderen, waar u nog een kaderstellend besluit over neemt:

  • Mogelijk nieuwe activiteiten toestaan om leges over te heffen;
  • (Mogelijk) minder vergunningplichten, dus meer vergunningvrij;
  • De ‘knip’: het splitsen van de bouwtechnische en de ruimtelijke vergunning;
  • De maximale kostendekkendheid van de gemeentelijke kosten herijken;
  • Meer integrale vergunningen (meerdere gezagen betrokken);
  • Planactiviteiten worden minder complex (of juist complexer).

Zodra meer bekend is over de resultaten van de pilots en aan de hand van welke kaders wij de invoering van de Omgevingswet moeten implementeren zullen wij de financiële impact van de Omgevingswet op de gemiste leges in de begroting opnemen.

Beheersmaatregel

Bij de legesverordening 2016 was besloten de legestarieven omgevingsvergunningen voor 3 jaar (2016-2018) met 10% te verhogen waarmee de maximale kostendekkendheid van deze leges beter werd benaderd en de inkomsten beter aansloten bij de begroting. Een dergelijke herijking zal voor het begrotingsjaar 2022 ook gaan plaatsvinden in het kader van ZBB, Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging.

Risico ICT-kosten

Toelichting

Op het gebied van ICT gaan de ontwikkelingen snel en worden steeds hogere eisen gesteld. Het risico blijft aanwezig dat de komende jaren zowel incidenteel als structureel hogere kosten ICT noodzakelijk zijn. Naast financiële risico's speelt bij ICT ook het risico informatieveiligheid.

Beheersmaatregel

De teammanager IMF (Informatiemanagement en Facilitair) is verantwoordelijk voor beheersing van de ICT en Facilitaire budgetten. Er is een ICT-adviesgroep (de IV-Raad) ingesteld die zich richt op de prioritering van IMF. In 2017 is een nieuw meerjarig informatiebeleidsplan (IBP) vastgesteld voor 2017-2021. In 2020 wordt het IBP vernieuwd en wordt het plan op visieniveau en dus meer op hoofdlijnen opgesteld.
Het informatieveiligheidsbeleid 2019-2021 is in 2019 door het college vastgesteld. Hiermee wordt invulling gegeven aan het borgen van informatieveiligheid vanuit de jaarlijkse risicoscan.

Risico krapte op de arbeidsmarkt

Toelichting

De schaarste van personeel neemt de komende periode op de arbeidsmarkt toe. Tegelijkertijd vergrijzen wij als organisatie. In bepaalde beroepsgroepen neemt daardoor
het risico toe dat we geen goed gekwalificeerd personeel hebben of binnen kunnen houden.
Dit kan gevolgen hebben voor de kwaliteit van het werk en verhoging van de werkdruk. Het financiële gevolg heeft betrekking op hogere kosten omdat vacatures niet worden ingevuld en er meer (en duurder) moet worden ingehuurd. Dit risico wordt ingeschat op basis van verwachte uitstroom in de komende jaren en een percentage van de functies die als moeilijk invulbaar worden ingeschat. Daarmee komen we op een financieel gevolg van € 300.000 (hogere inhuurkosten op gemiddeld 5 vacatures per jaar). Het gaat om een risico dat afhankelijk van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt een aantal jaren kan voortduren.

Beheersmaatregel

Er worden trainee-trajecten ingezet om jongeren binnen te halen. Daarnaast is het
generatiepact opgezet om ouderen eerder (deels) te laten uitstromen en jongeren te laten
instromen. Met betere opleiding- en ontwikkelmogelijkheden willen we medewerkers binden en boeien. Verder gaan we anders werven. We willen als pilot een recruiter aanstellen samen met de gemeenten Noordoostpolder en Urk en het waterschap Zuiderzeeland.

Risico SPUK

Toelichting

Sinds 1 januari 2019 kunnen gemeenten, sportverenigingen en sportstichtingen de btw die hen in rekening wordt gebracht voor investeringen in sport niet meer in aftrek brengen. Om de ontwikkeling en instandhouding van sportaccommodaties en de aanschaf van sportmaterialen te stimuleren, kunnen gemeenten sinds die datum gebruikmaken van de Regeling specifieke uitkering stimulering sport (SPUK). Gemeente Dronten verhuurt de binnensportaccommodaties aan Optisport. Optisport exploiteert de sportaccommodaties en ontvangen hiervoor een vergoeding. Het is op dit moment nog niet duidelijk of Optisport als winst beogend wordt aangemerkt voor de omzetbelasting. Afhankelijk hiervan kan gemeente Dronten gebruik maken van de SPUK voor de kosten van de binnensportaccommodaties. Optisport is van mening dat zij winst beogend zijn waardoor we geen gebruik kunnen maken van de SPUK, maar wij verrekenen de btw op basis van de wet omzetbelasting dan wel compenseren we deze op grond van de Wet op het btw-compensatiefonds. De Belastingdienst heeft tot op heden geen uitspraak gedaan over de btw positie van Optisport. Mocht de Belastingdienst alsnog besluiten dat zij een andere mening zijn toegedaan moet de verrekende en gecompenseerde btw die drukt op de kosten en investeringen van de binnensportaccommodaties worden terugbetaald. We kunnen dan geen gebruik meer maken van de SPUK over het jaar 2019. De regeling heeft een maximum uit te keren bedrag dat naar waarschijnlijkheid volledig is benut, waardoor achteraf geen mogelijkheid meer is om alsnog een bedrag te claimen.

Risico effecten coronavirus

Toelichting

De gehanteerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn gebaseerd op de continuïteitsveronderstelling van de gemeente Dronten. Echter, als gevolg van de uitbraak van het coronavirus wereldwijd, zijn door de Nederlandse overheid ingrijpende maatregelen genomen om de verspreiding van dit virus onder controle te krijgen. Deze maatregelen en mogelijke maatregelen die nog volgen, hebben naar verwachting belangrijke financiële gevolgen voor instellingen in Nederland. Deze gevolgen zijn op dit moment nog niet te overzien. De door de Nederlandse overheid genomen maatregelen kunnen impact hebben op de ontwikkeling van de opbrengsten en daarmee de ontwikkeling van het resultaat. Ook de financiële positie (liquiditeit en solvabiliteit) kan daardoor onder druk komen te staan. Door de Nederlandse overheid is een breed pakket aan maatregelen aangekondigd ter ondersteuning van instellingen. Op grond van de financiële positie van de gemeente Dronten per balansdatum en de positieve invloed van de ondersteuningsmaatregelen door de overheid die de negatieve financiële gevolgen van de uitbraak van het coronavirus zullen beperken, acht het college een duurzame voortzetting van de activiteiten niet onmogelijk. De jaarrekening is dan ook opgemaakt uitgaande van de veronderstelling van continuïteit.

Deze pagina is gebouwd op 10/01/2020 13:35:37 met de export van 10/01/2020 13:23:08