Bij weerstandscapaciteit wordt onderscheid gemaakt in:
- Een incidentele component die als buffer dient voor het tijdelijk opvangen van negatieve exploitatieresultaten en van onvoorzienbare externe ontwikkelingen;
- Een structurele component die kan worden benut om structurele tegenvallers te compenseren, indien de financiële planning- en controlinstrumenten onvoldoende soelaas bieden om structurele tegenvallers op te lossen.
Incidentele componenten
De incidentele componenten van het weerstandsvermogen bestaan uit:
- De algemene reserve;
- De post onvoorzien eenmalig;
- De stille reserves.
Algemene reserve
In de Nota reserves en voorzieningen die in juni 2016 door de raad is vastgesteld is het onderscheid in Algemene reserve vrij en Algemene reserve niet vrij besteedbaar vervallen in verband met het niet meer toerekenen van fictieve rente aan reserves. De Algemene Reserve Nuon is ook samengevoegd met de Algemene Reserve. Indien de Algemene reserve substantieel afneemt, verwerken we de structurele rente-effecten in de begroting.
In de Nota reserves en voorzieningen is als norm vastgelegd dat de gemeentelijke risicobuffer tenminste 10% van de gemeentelijke exploitatie moet bedragen. Met een exploitatiebegroting van € 115 miljoen in 2021 moet de buffer dus minimaal € 11,5 miljoen zijn. De algemene reserve is met € 35,5 miljoen (stand 31-12-2019 na vaststelling jaarrekening 2019) dus ruim hoger dan deze norm.
Post onvoorzien eenmalig
Jaarlijks wordt binnen de begroting rekening gehouden met een raming voor onvoorziene uitgaven van € 3,50 per inwoner. Dat maakt dat in de begroting een post onvoorzien is opgenomen van € 147.000 (42.000 inwoners) voor incidentele uitgaven.
Stille reserves
Stille reserves zijn activa die onder de opbrengstwaarde of tegen nul op de balans zijn gewaardeerd. Dat betekent dat de boekhoudkundige waarde lager is dan de reële waarde. Indien de activa verkoopbaar zijn, is de opbrengst bij eventuele verkoop dan éénmalig vrij inzetbaar. In praktijk zijn deze activa echter vaak niet verkoopbaar. Stille reserves van de gemeente Dronten worden daarom op voorhand niet meegenomen bij het bepalen van de weerstandscapaciteit.
Tabel incidentele componenten
In de volgende tabel is aangegeven wat de weerstandscapaciteit is voor het incidenteel opvangen van exploitatietekorten en onvoorzienbare ontwikkelingen:
Incidentele weerstandscapaciteit (algemene dienst) | 1-1-2017 | 1-1-2018 | 1-1-2019 | 1-1-2020 | 1-1-2021 |
---|---|---|---|---|---|
Algemene reserves | 51.350.381 | 59.978.836 | 66.129.271 | 35.470.749 | 21.908.884 |
Onvoorzien | 142.000 | 142.000 | 142.000 | 142.000 | 147.000 |
Stille reserves | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. | p.m. |
Totaal | 51.492.381 | 60.120.836 | 66.271.271 | 35.612.749 | 22.055.884 |
Conform het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader Gemeenten 2020 (Provincie Flevoland) tellen bestemmingsreserves niet mee voor de incidentele weerstandscapaciteit.
Structurele componenten
Onder de structurele componenten van de weerstandscapaciteit vallen:
- De onbenutte belastingcapaciteit;
- De post onvoorzien structureel.
Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit van de gemeente Dronten kan onderverdeeld worden in:
- Onroerende Zaakbelastingen (OZB);
- Rioolheffingen en afvalstoffenheffing;
- Leges en andere heffingen.
Onroerende Zaakbelastingen
De Onroerende Zaakbelasting is de belangrijkste lokale belasting. Weliswaar gelden geen maximumtarieven en maximumstijgingspercentages, maar dat betekent niet dat de gemeente zo maar de tarieven mag verhogen. Om de onbenutte belastingcapaciteit van Dronten te bepalen wordt de volgende definitie gehanteerd: de onbenutte belastingcapaciteit kan worden gedefinieerd als het bedrag dat nog aan extra inkomsten kan worden gegenereerd voor het geval zich tegenvallers voordoen. Daarbij wordt uitsluitend rekening gehouden met de onroerendezaakbelastingen, aangezien de meeste andere belastingen en heffingen kostendekkend of substantieel van geringe betekenis zijn. Voor de berekening van de omvang van de onbenutte belastingcapaciteit wordt de ruimte in aanmerking genomen tussen de eigen tarieven en het normtarief voor de zgn. artikel 12-gemeenten van 0,1809% (Meicirculaire 2021), ook wel het redelijk peil genoemd.
Omschrijving | geraamde opbrengst 2020 | geraamde opbrengst 2021 | Redelijk peil 2021 | ruimte | |
---|---|---|---|---|---|
OZB | 9.969.289 | 10.407.938 | 10.519.215 | 111.278 | |
% stijging | 4,40% | * o.b.v. 0,1809% |
Rioolheffingen en afvalstoffenheffing
De rioolheffingen en de afvalstoffenheffing zijn heffingen voor het gebruik van de riolering en voor het inzamelen van afval. De wet geeft aan dat de (meerjarige) baten niet hoger mogen zijn dan de (meerjarige) lasten.
Het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) 2016 is de basis voor het toekomstig onderhoud aan de riolering. Er is een voorziening Rioolbeheer gevormd om de toekomstige lasten voor het GRP af te dekken. De voorziening Rioolbeheer bedraagt € 19,5 miljoen ultimo 2019. De voorziening is ontstaan door een overdekking op het rioolbeheer in de afgelopen jaren. In het GRP is aangegeven hoe de rioolheffingen zich de komende jaren ontwikkelen. Dit houdt in dat op dit moment geen rekening kan worden gehouden met een onbenutte belastingcapaciteit binnen de rioolheffingen.
Voor de afvalstoffenheffing is het uitgangspunt 100% kostendekkendheid van de afvalbeheerkosten, waarbij jaarlijks het overschot of tekort wordt verrekend met de egalisatievoorziening Afvalstoffenheffing. Het saldo van deze egalisatievoorziening wordt weer ingezet om de tarieven (incidenteel) te verlagen of om toekomstige kosten te dekken. De egalisatievoorziening Afvalstoffenheffing is ultimo 2019 uitgeput.
In december 2019 is de verordening voor 2020 vastgesteld door de raad. Het tarief voor 2020 is daarbij verhoogd om op begrotingsbasis dekkend te zijn. Mocht blijken dat er in 2020 een tekort is, dan komt dat ten laste van het saldo en wordt toegelicht. Voor 2021 wordt op basis van de dan bekende ontwikkelingen een voorstel gedaan om het tarief voor 2021 kostendekkend te houden. De egalisatievoorziening wordt niet gevoed bij de Nota R&V. De voorziening mag alleen gevoed worden met een overschot op het product afval, waarbij een tekort kan worden onttrokken (als er uiteraard nog middelen in zitten).
Aangezien uitgegaan wordt van maximale kostendekkendheid is geen sprake van onbenutte belastingcapaciteit in de riool- en afvalstoffenheffing.
Leges en andere heffingen
Uitgangspunt van de leges en andere heffingen is maximale kostendekkendheid van de kosten. Hier is dus geen sprake van onbenutte belastingcapaciteit.
Post onvoorzien structureel
De post structureel onvoorzien is bedoeld om onvoorziene structurele uitgaven te kunnen afdekken. De gemeente Dronten kent geen structurele stelpost voor onvoorzien.
Conclusie
Al met al heeft Dronten slechts een geringe structurele weerstandscapaciteit van € 111.000 in de exploitatie. Dit betreft de onbenutte belastingcapaciteit.