De renterisiconorm geeft aan dat het totaal van de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen niet meer mag bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Dit betekent dat jaarlijks niet meer dan 20% van begrotingstotaal mag worden afgelost. Hoe meer de aflossing van de schuld in de tijd wordt gespreid, hoe minder gevoelig de begroting wordt voor renteschokken bij herfinanciering.
Uit de onderstaande tabel is af te leiden dat de gemeente voor 2021 ruimschoots binnen de gestelde renterisiconorm blijft.
Berekening renterisiconorm | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
De norm is gesteld op een percentage van het begrotingstotaal | 20% | 20% | 20% | 20% |
Begrotingstotalen | 115.227 | 111.717 | 110.651 | 109.861 |
Renterisiconorm | 23.045 | 22.343 | 22.130 | 21.972 |
Rente herziening op vaste schuld | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aflossing op vaste schuld | 2.208 | 1.982 | 1.982 | 1.982 |
Renterisico | 2.208 | 1.982 | 1.982 | 1.982 |
Ruimte onder de renterisiconorm (voordeel, ruimte) | 20.837 | 20.361 | 20.148 | 19.990 |
Op basis van de liquiditeitsprognose zal voor 2021 naar verwachting een langlopende geldlening moeten worden afgesloten van in totaal € 7,0 miljoen. Hierover wordt u in het eerste kwartaal 2021 nader geïnformeerd.
Renteschema 2021 | ||||
a. | De externe rentelasten over de korte en lange financiering | 664.589 | ||
b. | De externe rentebaten over de korte en lange financiering | -/- | -715.827 | |
Saldo rentelasten en rentebaten | -51.238 | |||
c1. | De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend | -/- | -443.384 | |
c2. | De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend | -/- | - | |
c3. | De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend | +/+ | - | |
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | -494.622 | |||
d1. | Rentelasten over eigen vermogen | +/+ | 3.380.781 | |
d2. | Rentelasten over voorzieningen | +/+ | 1.295.722 | |
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | 4.181.881 | |||
e. | De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | -/- | -4.305.124 | |
f. | Renteresultaat op het taakveld treasury | -123.243 |
Bij de wijziging van het BBV en de invoering van de vennootschapsbelasting voor de lagere overheden is de toerekening van rente een belangrijk aandachtspunt. In de notitie Rente 2017 heeft de commissie BBV uitgewerkt hoe de rentelasten en rentebaten dienen te worden verantwoord. De bepalingen en richtlijnen van deze notitie treden in werking met ingang van begrotingsjaar 2018. Met deze wijzigingen tracht de commissie eenduidige handelswijze met betrekking tot rente bij gemeenten te bevorderen en de transparantie te vergroten.
Bovenstaande uitwerking geeft een beeld van de rentelasten en rentebaten van de gemeente Dronten. Het saldo van rentelasten en rentebaten betreft onder andere de rentebaten die worden ontvangen over de uitstaande geldleningen (verstrekte leningen aan de Meerpaal) en de uitstaande deposito.
Het aan de taakvelden toe te rekenen externe rente bestaat uit het saldo van rentelasten en rentebaten vermeerderd met het verplicht aan de grondexploitatie toe te rekenen rente. Deze rente is gebaseerd op de voorschriften zoals opgenomen in de notitie Grondexploitatie 2016 van de commissie BBV.
Om te bepalen welke rentelast aan de taakvelden kan worden toegerekend is het noodzakelijk om over het eigen vermogen en de voorzieningen rente te berekenen. Conform de aanbeveling van de commissie BBV en uw besluitvorming over bespaarde rente, wordt deze bespaarde rente niet toegevoegd aan de reserves en/of voorzieningen. De renteomslag is gebaseerd op de aan de taakvelden toe te rekenen rente gedeeld door de boekwaarde van de vaste activa per 1 januari van het begrotingsjaar 2020. Dit percentage mag worden afgerond op een veelvoud van 0,5%.
Het renteresultaat op het taakveld treasury bestaat uit het verschil door deze afronding.