Programmabegroting 2021
portal

Paragrafen

Paragraaf lokale heffingen

Beleidsvoornemens ten aanzien van lokale heffingen

Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen en het overzicht op hoofdlijnen van diverse heffingen wordt onderstaand toegelicht. Het beleid over de lokale lasten is opgenomen in:

  • Diverse belastingverordeningen;
  • De nota kwijtscheldingsbeleid.

Kwijtscheldingsbeleid

Indien een belastingplichtige niet of over te weinig financiële middelen beschikt om de belastingaanslag te voldoen, kan onder bepaalde voorwaarden aan deze belastingplichtige kwijtschelding worden verleend. Kwijtschelding is uitsluitend van toepassing op de riool- en afvalstoffenheffing. Door de aanscherping van het Rijksbeleid op het gebied van kwijtschelding voelen de zogenaamde minima het steeds meer in hun portemonnee.

Gerealiseerde inkomsten

In de begroting na wijziging 2020 zijn de opbrengsten Onroerende zaakbelasting verlaagd met de verwachte afboekingen voor oninbaar voor € 150.000 in verband met de coronacrisis.
Lokale heffingen genereren de volgende inkomsten in 2021:

Opbrengsten lokale heffingen

Rekening

 Begroting na wijziging

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

(x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Baten

0.61 & 0.62 Onroerende zaakbelasting

9.815

9.649

10.226

10.226

10.726

10.726

7.3 afvalstoffenheffing

3.592

4.260

4.828

4.828

4.828

4.828

7.2 rioolrechten

2.400

2.414

2.520

2.520

2.520

2.520

0.2 burgerzaken

309

233

383

383

383

383

8.3 omgevingsvergunningen

1.381

847

1.247

1.247

1.247

1.247

2.1 kabels en leidingen

137

96

96

96

96

96

3.4 (water)toeristenbelasting

1.141

437

1.137

1.837

1.887

1.887

3.4 forensenbelasting

162

132

138

138

138

138

3.3 marktgelden

22

23

23

23

23

23

7.5 grafrechten

434

381

398

398

398

398

1.2 openbare orde & veiligheid

46

38

38

38

38

38

0.63 parkeerbelasting

10

8

8

8

8

8

0.64 precariobelasting

970

975

975

0.64 reclamebelasting

178

133

193

193

193

193

Totaal

20.600

19.628

22.212

21.937

22.487

22.487

Belastingbeleid en hoofdlijnen diverse heffingen

Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen en het overzicht op hoofdlijnen van diverse heffingen wordt onderstaand toegelicht.

Onroerende zaakbelasting

Bij de Programmabegroting 2021 is gebruik gemaakt van de WOZ-waarden per 1 januari 2019 van alle woningen/gebouwen in de gemeente Dronten. Deze waarden afgezet tegen de OZB-tarieven leidt tot een begrote opbrengst.

Op basis van deze gegevens worden de tarieven als volgt:

Omschrijving

Percentage 2020

Verhogingen

Percentage 2021

Onroerende-zaakbelasting (OZB) eigenaar woningen

0,1463%

Trend 4,4 %

0,1527%

Onroerende-zaakbelasting (OZB) eigenaar niet-woningen

0,2368%

Trend 4,4 %

0,2472%

Onroerende-zaakbelasting (OZB) gebruiker niet-woningen

0,1763%

Trend 4,4 %

0,1841%

NB: bovenstaande percentages zijn op basis van de WOZ-waarden per 1-1-2020. Het effect van de waardeontwikkeling wordt verrekend met het uiteindelijk gehanteerde percentage.

Afvalstoffenheffing

Voor de berekening van de afvalstoffenheffing wordt uitgegaan van een dekking van 100%. Het tarief 2021 is bijgesteld met 4,4% stijging voor loon- en prijscompensatie zoals opgenomen in de Kaderbrief. Bovenstaand verwerkt te hebben komt het tarief van de afvalstoffenheffing daarmee in 2021 op € 275,99 en is op basis van bestaand beleid (bestaande budgetten) op begrotingsbasis kostendekkend.

In de Kaderbrief 2021 is echter aangegeven dat het onze verwachting is dat met de huidige inzichten en op basis van marktontwikkelingen, het tarief van de afvalstoffenheffing waarschijnlijk boventrendmatig verhoogd dient te worden. Bij de aanbieding van de verordening wordt een voorstel gedaan voor het kostendekkend houden van de inzameling van afval voor 2021. De verordening wordt jaarlijks door de raad vastgesteld voorafgaand aan het volgende jaar. Om de effecten voor het tarief zo goed mogelijk mee te kunnen nemen, zal de verordening in november aan de raad worden aangeboden.

In de onderstaande tabel wordt de kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing inzichtelijk gemaakt:

Berekening kostendekkendheid Afvalstoffenheffing

Percentage 2021

Kosten taakveld (incl. omslagrente)

4.390.830

Inkomsten taakveld (excl. heffingen)

-1.233.927

Netto kosten taakveld

3.156.903

Overhead (incl. omslagrente)

84%

923.527

BTW

21%

376.709

Totaal toe te rekenen kosten

1.300.236

Totale kosten

4.457.139

Opbrengst heffingen

4.457.139

Dekkingspercentage

100%

Rioolheffing

De rioolheffing wordt vastgesteld in het kader van het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Het tarief 2021 is bijgesteld met 4,4% stijging voor loon- en prijscompensatie zoals opgenomen in de Kaderbrief. Bovenstaand verwerkt te hebben komt het tarief van de rioolheffing daarmee in 2021 op € 136,76 en is daarmee 100% kostendekkend.

In de onderstaande tabel wordt de kostendekkendheid van de rioolheffing inzichtelijk gemaakt:

Berekening kostendekkendheid Rioolheffing

Percentage 2021

Kosten taakveld (incl. omslagrente)

2.097.575

Inkomsten taakveld (excl. heffingen)

0

Netto kosten taakveld

2.097.575

Overhead (incl. omslagrente)

84%

203.446

BTW

21%

218.758

Totaal toe te rekenen kosten

422.204

Totale kosten

2.519.779

Opbrengst heffingen

2.519.779

Dekkingspercentage

100%

(Water)Toeristenbelasting

Het tarief voor de (water)toeristenbelasting bedraagt sinds 2012 € 0,95 per persoon per overnachting. In afwijking van het eerste punt omtrent indexatie, wordt voorgesteld om de toeristenbelasting vanaf 2022 (zie taakstelling vanuit het herijkingsproces) te verhogen en om te streven naar een gemiddeld tarief van € 1,45 per persoon per overnachting. Voor alle gemeenten (met en zonder toeristenbelasting) bedraagt het gewogen gemiddelde € 2,66 per nacht. Het gewogen gemiddelde bij alleen gemeenten met toeristenbelasting bedraagt € 2,98. Waar in de Atlas sprake is van gemiddelden gaat het om gewogen gemiddelden. Alle tarieven worden, waar mogelijk, gewogen naar de relevante grondslag. Voor enkele heffingen is de grondslag niet bekend (waaronder toeristenbelasting, hondenbelasting en leges). Hier is gewogen naar het aantal inwoners.

Forensenbelasting

Forensenbelasting wordt geheven over de waarde van de woning/stacaravan. Voor 2021 wordt het tarief trendmatig verhoogd met 4,4%. Afhankelijk van de economische waarde van het object bedraagt de in 2021 te betalen belasting tussen € 143 en € 663.

Marktgelden

In deze Programmabegroting 2021 is voor deze heffing rekening gehouden met een stijging van de tarieven 4,4%. In de tabel op de vorige pagina is dit niet te zien omdat het een afronding betreft die kleiner is dan € 1.000.

Grafrechten

Uitgaande van een stabilisatie van de opbrengsten bij gelijkblijvende mate van kostendekkendheid wordt voor de begraafrechten uitgegaan van de trendmatige tariefstijging van 4,4%. Voor 2021 betekent dit het volgende voor de meest voorkomende tarieven:

  • Begraafrecht wordt € 896;
  • Begraafplaatsrecht wordt € 1.479;
  • Grafrecht voor 20 jaar wordt € 975;
  • Gedenktekenrecht wordt € 370;
  • Recht aanleg grafkelder € 1.081.

Precario-, reclamebelasting en overige leges en tarieven

Voor de precario geldt dat er in februari 2016 een wetsvoorstel is ingediend. Gemeenten die deze belasting nog niet kennen, mogen deze niet meer invoeren. Gemeenten die deze belasting al wel hebben mogen deze niet meer verhogen en moeten deze vanaf 2018 in tien jaarlijkse stappen geheel afbouwen. Gemeenten krijgen maximaal vijf jaar (tot 1 januari 2022) de tijd om de effecten van hun inkomensderving op te vangen. Het overgangsrecht geldt alleen voor gemeenten die in 2015 precariobelasting hebben geheven. Gemeenten mogen maximaal het tarief in rekening brengen dat gold op 10 februari 2016, de datum waarop minister Plasterk het wetsvoorstel aankondigde. De minister wil daarmee voorkomen dat de tarieven en het aantal gemeenten dat precario heft verder stijgt.
In een aparte raadsinformatiebrief bent u geïnformeerd over de mogelijke scenario's om deze wetswijziging financieel door te vertalen in onze meerjarenbegroting.
Gekozen hierbij is om het tarief pas te verlagen in 2022 en gelijkertijd de begroting ook in 2022 aan te passen. Hierbij zal alvast 5 jaar lang € 100.000 opbrengst worden gereserveerd in een bestemmingsreserve om zo de begroting in 2022 tot 2026 gelijkmatig naar 0 te kunnen brengen.
Voor de overige leges en tarieven exclusief reclamebelasting geldt het uitgangspunt van 4,4% loon- en prijscompensatie. Naar verwachting betekent dit dat we voor deze tarieven onder wettelijk voorgeschreven tarieven zullen blijven.

Lokale lastendruk

Eén van de uitgangspunten in de gemeente Dronten de laatste jaren is het principe van geen extra lastenverzwaring als gevolg van belastingverhoging voor de burger in de gemeente. Dit is de afgelopen jaren gelukt; de gemeentelijke lastendruk is sinds 2013 op hetzelfde niveau gebleven. Ook dit jaar kunnen wij stellen dat wij geen extra lasten (buiten de reguliere trendmatige verhogingen voor inflatiecorrectie) bij de burgers neerleggen. Als wij het over de lastendruk voor de burgers hebben dan spreken wij over de onroerende zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Dit zijn de belastingen die bij iedere huishouding worden geheven.

Vooral in het jaar 2018 is de WOZ-waarde die gemeenten jaarlijks voor woningen vaststellen gestegen, dit is in lijn met de waardeontwikkelingen op de woningmarkt.
De gemiddelde waarde was € 206.000 na een stijging van 3% wordt dit € 212.000.

Uitgaande van een woning met een economische waarde van € 212.000 (gemiddelde woning in Dronten) is de lastendruk voor een huishouden als volgt:

Lastendruk per huishouden

2017

2018

2019

2020

2021

Afvalstoffenheffing

242,90

219,16*

222,91*

264,36

275,99**

Rioolheffing

125,90

126,78

128,81

131,00

136,76

Onroerendezaakbelasting

- Eigenaar woning 2021 (waarde € 212.000)

298,63

300,72

305,53

301,38

323,80

Totaal lastendruk (zonder eigen woning)

368,80

345,94

351,72

395,36

412,75

Totaal lastendruk (met eigen woning)

667,43

646,66

657,25

696,74

736,55

* eenmalige korting

** tarief kan wijzigen na vaststelling van de verordening in de raad van november 2020

Verder zijn we er bij de berekening van de belastingdruk van uitgegaan dat de eigenaren van onroerende goederen die verhuren de extra tariefsverhoging doorrekenen in de huurprijs zodat de gebruiker van de woning daadwerkelijk betaalt (in de praktijk is dit niet altijd mogelijk).

Deze pagina is gebouwd op 10/01/2020 13:35:37 met de export van 10/01/2020 13:23:08